Ecosystemen


Het samenhangend geheel tussen biotische (= levende factoren zoals planten en dieren) en abiotische factoren (= niet-levende factoren zoals de hoeveelheid licht en de samenstelling van de bodem). 

Bepalende factoren voor een ecosysteem zijn energie (door veel zonlicht kan er fotosynthese ontstaan), temperatuur (leven is moeilijk wanneer het te heet of te koud is) en water (zonder water geen leven). Het onderzoeken van ecosystemen heet ecologie

Een ecosysteem is de uitkomst van al deze factoren. Vandaar dat ecosystemen sterk verschillen over het aardoppervlak: 

koraalrif
koraalrif
loofbos
loofbos
poolijs
poolijs
woestijn
woestijn

Klik op de link hiernaast om de verschillende soorten ecosystemen van onze aarde te ontdekken. 
Werkt de link niet? Typ in Google 'natuurinformatie ecosystemen' en open vervolgens de bovenste link.

Maar zo groot hoeft het niet altijd te zijn. Ook een sloot met specifieke biotische en abiotische factoren is een ecosysteem. Klik op de link hiernaast om te ontdekken wat er zoal leeft in een sloot.   


Ondanks de grote verschillen over de hele wereld, is elk ecosysteem op vergelijkbare wijze georganiseerd. Het functioneren is namelijk gebaseerd op een gesloten kringloop: Energie en materie worden van het ene organisme op het andere doorgegeven, grotendeels door het principe van 'eten en gegeten worden'. Of doordat een organisme sterft en de dode resten voedingsstoffen zijn voor de planten. De stoffen in de natuur worden steeds opnieuw gebruikt. De kringloop blijft lopen. De exacte werking van deze kringloop wordt in het onderdeel Voedselrelaties nog duidelijker.


De ecosystemen maken deel uit van de biodiversiteit van onze planeet. Er is namelijk.... 

· Diversiteit van ecosystemen:

  • Alle levensgemeenschappen met biotische en abiotische factoren 
  • Het is de graadmeter voor de leefbaarheid op grotere schaal, bv. de aarde

· Diversiteit op soortniveau:

  • De verscheidenheid van alle verschillende soorten levende wezens (planten, dieren, micro-organismen, zwammen...)
  • Een soort = alle individuen die zich onderling voortplanten en daarbij ook vruchtbare nakomelingen voortbrengen

· Diversiteit op genetisch niveau:

  • De genetische variatie binnen 1 enkele soort (van belang voor het overleven van de soort)
  • Binnen de soort is geen enkel organisme gelijk aan het andere (bv. binnen een populatie zebra's is iedere zebra anders. Zelfs eeneiige tweelingen delen hetzelfde DNA, maar dan nog zijn er verschillen)




Heb je alles begrepen? Tijd voor een quiz! Wanneer je klaar bent met de quiz, dan klik je door naar het volgende onderdeel Voedselrelaties. 

©2020, Pauline Verrydt 
Mogelijk gemaakt door Webnode
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin