Voedselpiramide
In een ecosysteem zijn de producenten, planteneters, vleeseters en toppredatoren niet evenredig verdeeld. De voedselverdeling kan in voedselniveaus in een voedselpiramide weergegeven worden.
Tussen de verschillende voedselniveaus worden energie en voedingsstoffen doorgegeven. Maar er gaat ook veel energie verloren. Bijvoorbeeld:
- Producenten (planten) nemen zonne-energie op, maar verbruiken zelf ook een deel van deze energie bij hun groei.
- Consumenten (planteneters) eten niet alle planten op, en bovendien wordt een deel van het plantweefsel verteerd.
Zo komt slechts 10% van de vastgelegde energie in het volgende voedselniveau terecht. Daarom is er aan de basis van de piramide meer energie dan bovenin. Dat uit zich ook in gewicht: de totale hoeveelheid gewicht van het plantaardig weefsel is veel groter dan de totale hoeveelheid gewicht van het dierlijk weefsel (het gewicht van grote bomen in een bos versus dat van alle slakken, insecten en vogels).
In elk voedselniveau van een voedselpiramide treedt energieverlies op. Deze energie kan niet gerecycleerd worden. Vandaar dat we spreken van een energiestroom. Voedingsstoffen zelf kunnen dan weer wel gerecycleerd worden. Vandaar dat we spreken van een voedselkringloop.